Jan mankes arnhem
Het honderdste sterfjaar in , van de schilder en graficus Jan Mankes was de aanleiding voor deze biografie. Mankes, geboren in werd slechts dertig jaar en liet bijna tweehonderd, veelal kleine schilderijen na. Remon van Gemeren schetst een gedetailleerd portret van de uiterlijk rustige Mankes, van zijn overdenkingen, twijfels, vriendschappen en zijn liefde voor de natuur. Van Gemeren beschrijft de zoektocht van Mankes naar het verbeelden van de natuur met een bijzondere gevoeligheid en verstilling. In Mankes werk geen grootse vergezichten maar intieme portretten van wat hem aantrok in zijn directe omgeving. De biografie en het werk van Jan Mankes is een verhaal over kracht en kwetsbaarheid en geeft daarmee een goed beeld van zijn leven. De achttien afbeeldingen in het boek hebben niet de kwaliteit die zijn werk verdient. Maar gelukkig kunnen we het werk van Jan Mankes bewonderen in meerdere musea in het land. Met de achtergrondinformatie uit het boek krijgt het kijken naar zijn werk een extra dimensie.
Links genoemd in de leeswijzer:
Nederlandse kunstenaar
Opleiding
Jan Mankes werd op 15 augustus geboren in Meppel. Hij bezocht een aantal jaar de HBS, maar blonk daar niet uit. Nadat zijn vader, een belastingambtenaar, naar Delft werd overgeplaatst, stopte hij met zijn studie. Mankes werd leerling op het atelier van de glasbrander en glazenier J.L. Schouten te Delft. In zijn vrije tijd kreeg hij tekenles van zijn collega Hermanus Veldhuis. Ook volgde hij lessen op de avondacademie van de academie in Den Haag. Vanaf werkte Jan Mankes als vrij kunstenaar.Beginjaren
Toen vader Mankes in werd gepensioneerd, verhuisde Jan met zijn ouders naar De Knijpe bij Heerenveen. Hier ontstonden de belangrijke kunstwerken 'Dood watersnipje' (), 'Steenuiltje op tak' () en 'Zelfportret met uil' (). De natuur en vooralMankes, Jan ()
Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: J.R. de Groot, 'Mankes, Jan ()', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL: []
Mankes, Jan, kunstschilder (Meppel - Eerbeek, gem. Brummen ). Zoon van Beint Mankes, commies bij de belastingen, en Jentje Hartsuiker. Gehuwd op met Anne Zernike, predikante. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.
Jan Mankes bezocht in de HBS te Meppel, maar blonk er niet uit. Toen zijn vader, commies bij de belastingen te Meppel, in naar Delft werd overgeplaatst, hield zijn zoon de HBS voor gezien. In / werd Jan Mankes als leerling op het atelier van de glasbrander-glazenier J.L. Schouten te Delft aangenomen. In die jaren restaureerde men daar de glazen van de St.-Janskerk te Gouda. Daarnaast kreeg hij in zijn vrije tijd les van de schilder-glasbrander Hermanus Veldhuis (), die als medewerker aan het glasschildersatelier Schouten verbonden was. Op de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, waar hij een avondcursus volgde, leerde hij naar gipsmodel tekenen. Op zondag liep hij vaak van Delft naar Den Haag om er de collecties van het Mauritshuis te bestuderen. Hij kwam er onder de indruk van het werk van 17e-eeuwse Nederlandse meesters als Johannes Vermeer en Carel Fabritius, en bewonderde er de 16e-eeuwse Duitse schilder Han
Een schilder van tederheid. Jan Mankes ontleed
“Juist in dezen tijd van troebele verwarring, van reclame-zucht en aanstellerij, van onmacht en manierisme geeft het zoo’n zeldzaam genot eens een klaren geest te ontmoeten, die, wars van alles wat er om hem heen gebeurt, stil en kalm zijn eigen weg gaat. Iemand te zien, die zich niet laat beïnvloeden door de stroomingen des tijds, maar als een devoot kloosterling slechts de schoonheid peurt uit het leven dat hem omringt. En zoo als deze kunstenaar zelf de menschen, de dieren, de planten, de levenlooze voorwerpen om hen heen zag, met een blik vol liefde en toewijding, zoo hing er ook als ’t ware een atmosfeer van reine vroomheid om zijn werk.”
Dit prachtige citaat is van Reinier de Vries, de beeldend kunstenaar die als een van de eersten, in , een essay schreef over het werk van schilder Jan Mankes.
In april van dat jaar overleed Mankes aan tbc, de ziekte waar hij jaren tegen gevochten had, nog maar 30 jaar oud. Biograaf Rémon van Gemeren plaatst het citaat op de een na laatste pagina van de biografie Jan Mankes Schilder van tederheid.
Praten of schrijven over het werk van Jan Mankes levert, net als bij het kijken naar dat werk, verschillende en uitgesproken reacties op. Voor de een zijn de schilderijen een eigenzinnige uitd