Alex roeka ziekte
Alex Roeka wordt geboren in Ravenstein, Noord Brabant. Tussen zijn negende en achttiende verblijft hij op verschillende kostscholen, waar zijn liefde voor muziek en poëzie wordt gewekt. Na de middelbare school gaat hij psychologie studeren in Nijmegen.
de zee trekt
Hij onderbreekt zijn studie om op een zeesleper te gaan varen. Een jaar later hervat hij zijn studie in Amsterdam. Daar studeert hij af en werkt vervolgens enige tijd als psycholoog. Maar de zee trekt opnieuw en hij maakt vanuit Singapore enkele reizen naar Zuid-Oost Azië.
muziek en theater
Terug in Amsterdam raakt hij in de muziek verzeild en begint Nederlandstalige songs te schrijven en ermee op te treden. In verschijnt zijn eerste cd Zee Van Onrust. Tegelijkertijd ontdekt hij het theater en krijgt, gebaseerd op de cd, zijn eerste theaterprogramma gestalte.
Annie M.G. Schmidtprijs
In ontvangt hij voor zijn lied Noem ’t Geen Liefde de Annie M.G. Schmidtprijs. Vanaf dat moment blijven de cd’s en theaterprogramma’s elkaar met regelmaat opvolgen: Wildernis, Wolfshonger, Schemerdrift, Hadeskade, Mannenwoestijn, Beet Van Liefde en VOORT! In worden zijn verzamelde liedteksten in boekvorm uitgegeven door Nijgh & van Ditmar. Voor zijn lied Moeder 
Wie een positiviteitsgoeroe aanhangt, loopt bij Alex Roeka met een identiteitscrisis naar buiten
“Buiten het theater is mijn muziek vooral te horen op begrafenissen,” grapt Alex Roeka aan het begin van Nieuwe dromen. Een lachebek zal de jarige zanger inderdaad nooit worden. Op de schitterende, gelijknamige cd staan weer vooral liederen over weemoed, somberte en de verlopen cafés uit zijn jeugd. Etablissementen die bevolkt werden door ‘kunstenaars die morgen aan hun meesterwerk zouden beginnen’.
Absoluut hoogtepunt is Hemel en hel, een piepklein nummer over de twee zijdes van een relatie. Genot en pijn vormen, in Roeka’s universum althans, een onlosmakelijk duo: ‘Geen berg zonder afgrond, geen vuur zonder rook. Als je de bloemen hebt gekregen, krijg je het afval ook.’
Donkere weemoed
Ja, wie een positiviteitsgoeroe aanhangt, loopt bij Roeka doorgaans met een milde identiteitscrisis naar buiten. Dit keer wisselt hij de donkere weemoed echter af met een handvol stampende liederen uit heel diverse genres. Vooral Ik rommel maar wat in het rond en uitsmijter De modder van mijn graf zijn, ondanks de niet erg optimistische titels, nummers waar je van uit je stoel veert. Roeka koppelt zijn vergankelijkheid aan levenslust.
Tussen het zingen door vertelt hij heerlijke verhaa
Jaco Benckhuijsen
Naast deze langlopende samenwerkingen deed Jaco veel korte projecten, zoals de productie van het album ‘Move Me’ van Renske Taminiau, tournees met Julia Oschewsky, en CD-producties voor onderwijs en bedrijfsleven.
Ook werkt Jaco sinds op het Conservatorium van Amsterdam als docent en producer.
In besloot Jaco zich meer te richten op zijn eigen creatieve impulsen; sindsdien publiceerde hij een album met engelstalige songs (Feather Man), een Vertelconcert. Pas met het boek ‘Man in het Wild’ () kwamen zijn solotochten door de wildernis centraal te staan, en het gelijknamige filmconcert () en muziekalbum () kwamen de drie rode draden in zijn leven echt bij elkaar: muziek, schrijven en avonturen in de wildernis.
Langere biografie
Jaco Benckhuijsen combineert zijn leven als muzikant in Amsterdam met schrijven over zijn avonturen aan de rafelranden van de wereld. In april kwam zijn boek ‘Man in het Wild’ uit, over solo zeekajaktochten in drie wilde gebieden langs de Grote Oceaan. Daarnaast brengt Jaco muziek uit waarin de verstilling en woeste schoonheid van de natuur centraal staat.
In een waterrijk veengebied, in de nabijheid van een torenhoge kastanjeboom en een pianospelende vader vond Jaco tijdens zij
Alex Roeka vluchtte voordat de onthechting in verloedering veranderde.
Het is een opvallende parade, die zanger-muzikant Alex Roeka voorbij laat komen in een broeierig stadstoneel. Orgel, drums en gitaar jagen hem op, terwijl in zijn stem zowel verontrusting als verbazing klinkt. Daar is Big Daddy Vetpens, die bulkt van het goud en voor zijn leven moet vrezen. De dwerg uit Hamburg en Willy zijn vriend, die niet meer met elkaar praten, duiken even later op. En zie, Jules uit de Junksteeg, geheel in het zwart, de armen wijd als een kraai aan het kruis. Terwijl ook vader Christoffel voorbijschuifelt, en tegen de duivel roept: ’Ik weet waar je bent’. Hun namen kregen ze van Roeka, maar ze hebben wel degelijk echt bestaan, de figuren uit dit lied ’Brand in het hart van de stad’, dat door de volheid van beelden en de vaart Roeka’s persoonlijke favoriet is op zijn vijfde cd ’Hadeskade’.Ze zijn gebaseerd op ontmoetingen en observaties in Amsterdam, zo rond de Warmoesstraat en in havensteden overal in de wereld. „Nog kom ik wel in kroegen waar bijzondere karakters rondhangen, echte outsiders. Of ik ga naast ze zitten op een bank, en luister naar hun gesprekken.” In het echt zijn ze even eigenaardig als in Roeka’s liedteksten. „Of misschien worden ze dat vooral door mijn blik. Zoals o
Biografie
Alex Roeka () werd geboren in Ravenstein, Noord Brabant. Tussen zijn negende en zijn achttiende verbleef hij op verschillende kostscholen, waar zijn liefde voor muziek en poëzie werd gewekt. Na de middelbare school ging hij psychologie studeren in Nijmegen. Hij onderbrak zijn studie om op een zeesleper te gaan varen. Een jaar later hervatte hij zijn studie in Amsterdam. Daar studeerde hij af en werkte vervolgens enige tijd als psycholoog. Maar de zee trok opnieuw en hij maakte vanuit Singapore enkele reizen op Zuid Oost Azië.
Terug in Amsterdam raakte hij in de muziek verzeild en begon Nederlandstalige songs te schrijven en ermee op te treden. In verscheen zijn eerste cd Zee Van Onrust. Tegelijkertijd ontdekte hij het theater en kreeg, gebaseerd op de cd, een theaterprogramma gestalte.
In ontving hij voor zijn lied Noem ’T Geen Liefde de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste theaterlied van Vanaf dat moment bleven de cd’s en theaterprogramma’s elkaar met regelmaat opvolgen.
In werden zijn verzamelde liedteksten in boekvorm uitgegeven door Nijgh & van Ditmar. In verhuisde hij naar Antwerpen, waar hij gestaag doorwerkt aan wat inmiddels zijn Muziektheater Van De Autobiografische Stroom is gaan heten.
Voorstellingen
Nachtcafé ()
Nieuwe dromen ()